Ga naar de inhoud
Er zijn 16 Sanskaars
1. Garbhadaan (conceptie) – De bevruchting. Juiste handelingen en een goede levenswijze vóór de bevruchting hebben een goede positieve invloed op de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van het kind. Deze Sanskaar is een privé moment tussen een man en een vrouw waarbij zij samen het besluit nemen en zegeningen vragen voor de conceptie met als doel een gezond, sterk, intellectueel en gelukkig kind op de wereld te brengen.
2. Punsavan (zwangerschap): Drie maanden na de bevruchting. Tijdens deze Sanskaar zullen er zegeningen gevraagd worden voor een gezonde lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van het kind. Daarnaast geeft de man uit goede zorg een maaltijd aan de vrouw. Naast de belangrijke handelingen van dit ritueel, dient dit moment ook ter bewustwording voor het gezin, namelijk dat de zwangere vrouw gezond en zorgzaam de komende maanden voortzet en dat de zwangerschap goed verloopt.
3. Simantonnayan (zorg voor foetus en moeder): De laatste maanden van de zwangerschap, ook wel bekend als Godh Bharai. De rituelen hierbij worden nauwelijks uitgevoerd. De kern van deze Sanskaar is dat het gezin met familie en vrienden bij elkaar komt om de vrouw nog eens te zegenen met kracht en liefde in de vorm van zoetigheden en cadeaus, vergelijkbaar met een babyshower. Het is bekend dat de vrouw een zware tijd tegemoet gaat en dat daarna rust, ontspanning en gezondheid belangrijk zijn.
4. Jaatkaram (geboorte/welkom op aarde): Geboorte. Het kind wordt verwelkomd door de ouders. Deze Sanskaar zorgt voor de eerste stap in de relatie tussen de ouders en het kind. De vader knipt de navelstreng met een mantra. Vervolgens reciteert de vader een mantra in de oren van het kind en tipt hij met een gouden lepel/voorwerp op de tong/mond van het kind een druppel honing en ghee. Let op: Tegenwoordig wordt honing afgeraden bij baby’s. Vervolgens wordt het kind aan de borst van de moeder gelegd.
5. Naamkaran (naamgeving): Naamgeving. Een tiental dagen na de geboorte maken de ouders de naam van het kind bekend in gezelschap van familie en vrienden. De naam van het kind wordt in de meeste gevallen gegeven aan de hand van de kundali door een pandit (geleerde). De pandit geeft een letter aan de ouders, waarmee zij een positieve betekenisvolle naam geven aan het kind.
6. Niskraman (gewenning buitenlucht): In de vierde maand na de geboorte zal het kind naar buiten worden gebracht door de ouders. Hierbij is het doel om het kind te laten wennen aan de buitenlucht en in contact te komen met de natuur. Het kind dient de zon en de maan te aanschouwen, waarbij de vader zegeningen en bescherming vraagt voor het kind.
7. Annaprashan (gebruik vast voedsel): Tijdens de zesde maand na de geboorte is het kind in staat om vast voedsel te eten. Deze Sanskaar staat voor de overgang van vloeibaar (moeder) melk naar vast voedsel. Het darmstelsel is nu geschikt om vast voedsel te verteren.
8. Churakaran (kaalscheren hoofdhaar): Dit ritueel is beter bekend als Mundan Sanskaar en vindt plaats in het eerste levensjaar tijdens een oneven maand. Het hoofd van het kind wordt voor het eerst kaalgeschoren. Het kaalscheren van het kind symboliseert een lichamelijke en geestelijke reinheid. De haren van het kind dat in de baarmoeder is gegroeid, wordt geassocieerd met de vorige levens. Wanneer het kind wordt kaalgeschoren, kan het kind zich richten op de toekomst. Er wordt een puja verricht ter bescherming van het kind, tegen negatieve invloeden van de vorige levens en voor negatieve omstandigheden in de toekomst.
9. Karnavedha (gaatjes prikken in oren): Tussen het 1e jaar en 5e jaar. Dit ritueel werd zowel bij jongens als meisjes gedaan. Tegenwoordig wordt weinig aandacht besteed aan deze Sanskaar. Ter lering van de Veda’s werden gaatjes in de oren geprikt, om zo de innerlijke oren te openen voor het ontvangen van heilige geluiden. Het geconcentreerd aanhoren van heilige klanken wordt als verdienstelijk beschouwd, omdat het de geest reinigt en voedt. Het prikken van de oren op de juiste plek geeft bescherming tegen ziektes en zorgt voor een goede balans in het lichaam.
10. Vidya-arambh (begin school/studie): Vijfde jaar. Educatie is een belangrijk onderdeel in het leven van een individu. Daarom wordt bij de start van de studie een puja verricht en andere rituelen waarbij het kind een bewustzijn creëert in het belang van de studie en de leraar. Hierbij worden met name Shri Ganesh en Saraswati Mata vereerd, omdat zij symbool staan voor educatie en intelligentie.
11. Upanayan (studie ritueel): Meestal tussen de 8e t/m 12e jaar. Deze Sanskaar is de overgangsrite naar de start van de formele opleiding van schrijven, rekenen, lezen, kunsten en andere vaardigheden. Upanayan is een uitgebreide ceremonie, die rituelen omvat waarbij het gezin, het kind en de leraar betrokken zijn. Tijdens deze Sanskaar wordt het heilige koord (djanew) gedragen gedurende de hele school/studie periode. Deze Sanskaar kondigt aan dat het kind klaar is om formeel onderwijs te volgen. Dit ritueel gold niet alleen voor jongens, maar ook voor meisjes. Hierna ging de leerling wonen in de Gurukul (school).
12. Veda-arambh (studie van de Veda’s): Tijdens de opleiding in de Gurukul. De leraar onderwees de student in de kennis van de Veda’s. Hierbij reciteerde de leraar tijdens een offerritueel de mantra’s, die de student herhaalde.
13. Keshant en Ritusuddhi (pubertijd): Rond het 16e jaar. De Keshanta was een ritueel waarbij de jongen een man begint te worden en voor het eerst zijn gezichtsharen afscheert. De Ritusuddhi was het moment waarbij het meisje de eerste keer menstruatie kreeg. In beide gevallen was dit een gelegenheid van festiviteiten.
14. Samavartan(afstuderen): Het behalen van een diploma en voltooiing van een studie. De student heeft de studie afgerond en er wordt een ceremonie gehouden waarbij de student een gift aan zijn leraar schenkt (guru dakshina) als dank. Na de rituelen, neemt hij/zij een bad
en symboliseert dat hij badend in kennis zijn leven voortzet om een bijdrage aan de samenleving te leveren.
15. Vivaah (huwelijk): Op een volwassen leeftijd is een huwelijkspartner gekozen en heeft men besloten om samen in het leven verder te gaan. Het is een innerlijke drang van mensen om zichzelf te, om nageslacht voort te brengen, om in familie verband samen te leven en te zorgen voor elkaar. Het is belangrijk om de verantwoordelijkheid te dragen die zorgt voor het voortbestaan van de samenleving. Men is ook vrij om niet te trouwen en alleen door het leven te gaan en is vrij in deze keuze.
16. Antyesti(crematie): De rouwrituelen om afscheid te nemen van een overledene. De ziel vindt haar eigen weg, maar het lichaam blijft achter op aarde. Als men het lichaam begraaft onder de grond, te water brengt of ergens anders laat rotten, dan kunnen er allerlei ziekten ontstaan, met als gevolg dat het schade aan mens en natuur kan teweegbrengen. Door een crematie wordt het lichaam op een hygiënische manier zo snel mogelijk in de vijf oorspronkelijke vormen teruggegeven aan Moeder Natuur, namelijk ether, lucht, vuur, water en aarde. Diverse rituelen worden uitgevoerd met mantra’s om de ziel een goede reis naar zijn volgende bestemming te leiden.